De Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) stapte mede dankzij het verandertraject Slagvaardig Organiseren Sport (SOS) uit haar comfortzone en leerde te ondernemen. Dat komt onder meer tot uiting in de gegroeide focus op de individuele duiker. De bond probeert verenigingen daarin mee te krijgen. “Verenigingen vonden NOB4U eerst niet fijn, maar de weerstand wordt steeds minder”, zegt projectleider Laura Struik.
Een deel van de circa 40.000 actieve duikers in Nederland is lid van een vereniging. Ook zijn er onderwatersporters die liever zelf met een buddy of in een klein groepje duiken. De onderwatersportbond heeft voor deze laatste groep al jaren de mogelijkheid om zich via 'NOB4U' individueel bij de onderwatersportbond aan te sluiten. Dat liep goed, maar toch schuurde deze vorm van binding bij de duikverenigingen.
“Van hen krijgen wij vaak te horen dat wij eigenlijk hun concurrenten zijn”, zegt online marketeer Laura Struik van de NOB, die als projectleider aan verandertraject SOS verbonden is. “Verenigingen vonden dat niet fijn. Zij gaven aan: heeft een vereniging nog wel nut als de bond zelf opleidingen faciliteert? Met hulp van het SOS-traject wilden we graag leren hoe we met deze situatie beter om kunnen gaan.”
Overgangsfase
Tijdens algemene ledenvergaderingen brachten verenigingen regelmatig naar voren dat NOB4U in hun nadeel is. De NOB besloot daarom om het over een andere boeg te gooien en gaat bij verenigingen langs om te vertellen waarom zij NOB4U aanbiedt. Struik: “Dan maken we ook duidelijk hoe zij ervan kunnen profiteren. Al het geld dat ermee verdiend wordt, gaat uiteindelijk terug naar de duiksport. Dat zagen de verenigingen niet altijd in. Het ongemak bij verenigingen wordt steeds minder. We zitten nu in een overgangsfase.”
Struik geeft aan dat de verenigingen worden betrokken bij de groeiende focus op de individuele sporter. Mocht er een onderwatersporter zijn die geïnteresseerd is in een opleiding, dan vraagt de bond een instructeur van een vereniging om die te geven, zodat de duiker alsnog in contact komt met een vereniging.
"De individuele duiker kan kiezen uit twee manieren om zich bij de NOB aan te sluiten: NOB4u en Duikspotter"
Focus op jeugd
De bond hoopt vooral jonge onderwatersporters te trekken. Er is een grote groep mensen – naar schatting zo’n 300.000 – die wel eens hebben gedoken op vakantie. Voorheen probeerde de NOB deze doelgroep te bereiken via de eigen kanalen, maar inmiddels gebeurt dat ook via partners en andere duikplatformen.
De individuele duiker kan kiezen uit twee manieren om zich bij de NOB aan te sluiten: NOB4u en Duikspotter. De eerste is bedoeld voor de sporter die niet meer lid is van een vereniging, maar nog wel de verzekering en het magazine wil behouden. Via het platform Duikspotter hebben leden toegang tot informatie over onder meer materiaal, veiligheid en evenementen. Met hulp van de veranderexperts van The Brown Paper Company kreeg de bond een veel beter inzicht in de wensen van de duikers. “Zij leerden ons onderzoek te doen naar de doelgroep. Wij hebben bijvoorbeeld enquêtes laten invullen en daaruit kwam naar voren dat de NOB wordt gezien als een bond die staat voor veiligheid. Die moeten wij waarborgen, en wij dragen ook de verantwoordelijkheid daarvoor.”
Apk
De bond richt zich normaal gesproken voornamelijk op opleidingen, maar daar komt straks veiligheid bij. Het doel is op termijn een jaarlijkse ‘apk-keuring’ te ontwikkelen voor duikers. Zij worden dan medisch gecheckt en ook het materiaal en de vaardigheden worden gecontroleerd. Is dit allemaal in orde, dan is het veilig om kopje onder te gaan. The Brown Paper Company adviseerde de bond klein te starten, dus wordt binnenkort begonnen met de testfase van de apk-keuring bij vier verenigingen. Veel ook werd opgestoken van hun workshops.
"Wij voerden projecten uit, gewoon omdat we dat altijd al deden. Nu stellen we eerst en vaker de vraag: wat willen de leden eigenlijk?"
“Wij kwamen er bijvoorbeeld achter dat wij veel onterechte aannames hebben”, zegt Struik. “Wij dachten onder meer dat ons ledenbestand voornamelijk bestond uit mannen boven de 50 jaar. Maar toen wij dat gingen onderzoeken, bleek dat helemaal niet het geval te zijn. Sinds wij contact hebben met The Brown Paper Company, voeren wij vier à vijf onderzoeken per jaar uit. Voorheen was dat er slechts eentje. Ook leerden zij ons meer ondernemend te denken. Wij voerden projecten uit, gewoon omdat we dat altijd al deden. Nu stellen we eerst en vaker de vraag: wat willen de leden eigenlijk? Wat zijn hun problemen en wat vinden ze juist fijn? Hoe speel je daarop in? Dat is een heel andere manier van werken. Een omslag in denken.”
Advies
Als er bonden zijn die nu aan het begin van een vergelijkbaar verandertraject staan, dan adviseert Struik een goede voorbereiding te doen. “Aan het begin van het SOS-traject wist ik niet dat we werden opgeleid. Ik had me er dan ook niet op voorbereid. Het is aan te raden dat wel te doen en je direct op een onderwerp te focussen. Ik volgde de opleiding, maar ik had nog geen haakje waaraan ik dat kon ophangen. Als je dat al wel hebt, gaat alles nog een stuk sneller.”