INNOVEREN project|18 maart 2021

Schermbond wil weer groeien, mét nieuwe clubcompetitie

Top image

De Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond (KNAS) wil al jaren dat leden in clubverband competitie kunnen spelen. Een eerste pilot in 2017 werd bij sporters en ouders enthousiast ontvangen, maar door een gebrek aan mankracht – ook bij clubs – was de proef organisatorisch een moeizame. Het verandertraject Slagvaardig Organiseren Sport (SOS) kwam daarom als geroepen. 

Enkele jaren geleden probeerde schermbond KNAS een antwoord te geven op de vraag waarom de sport relatief klein is en het verloop hoog. Daarbij werd de vergelijking gemaakt met andere, vergelijkbare sporten. “Toen is bij ons de overtuiging ontstaan dat een competitie tussen clubs een belangrijke groeifactor kan zijn”, zegt directeur Teun Plantinga, tevens als projectleider verbonden aan het SOS-traject. 

Clubcompetitie

Schermers in Nederland hebben (nog) niet de mogelijkheid om deel te nemen aan een competitie. De sport is vergelijkbaar met tennis: individualistisch met de focus op toernooien en een daaruit voortkomende ranglijst. Er is echter een belangrijk verschil: tennisser kunnen ook hun ei kwijt in een clubcompetitie. Plantinga: “Wanneer we kijken naar vergelijkbare sporten, dan hebben de grotere allemaal een clubcompetitie, en de kleintjes niet.”

"Iedereen wil zich wel eens Zorro voelen"

Met een clubcompetitie staat het gezamenlijke belang voorop. Door het ontbreken ervan is het geen toeval dat de KNAS constateerde dat individualisten goed gedijen binnen de sport. “Maar mensen die komen voor de gezelligheid, die stromen snel uit. Er is niemand die zegt dat schermen een nare sport is – iedereen wil zich wel eens Zorro voelen – en we hebben een grote aantrekkingskracht op de jeugd, maar kennelijk biedt onze sport in de huidige structuur niet genoeg.” 

Gezellige activiteit

Een groot deel van de jeugdleden van de KNAS – zo’n 80 procent – speelt geen toernooien. Dat houdt in dat ze niks doen buiten de club, vermoedelijk omdat ze het toernooicircuit niet aantrekkelijk vinden. Waarschijnlijk zijn zij wel geholpen met clubcompetitie. “Voor mensen die gewoon gezellig met elkaar een activiteit willen beleven, is het logisch dat ze eerder kiezen voor hockey dan voor schermen. Wij moeten zorgen dat we ook activiteiten in sociaal verband organiseren, waardoor er meer gaat meespelen dan alleen hun individuele vaardigheid.”

In 2017 deed de bond al een eerste poging hiertoe: honderd leden deden mee aan een pilot, waarbij zij in clubverband uitkwamen in de competitie. Een vrijwilliger van de bond zette alles op poten en zorgde ervoor dat de clubs tegen elkaar konden schermen. De conclusie? Een competitie is absoluut levensvatbaar, maar ook zijn er veel zorgen over de uitvoering. 

"Clubbestuurders worstelden met veiligheidsvraagstukken: schermen kan een gevaarlijke sport zijn"

“Het was een moeizaam traject”, blikt Plantinga terug. “Er was veel energie, maar weinig handjes. De sporters waren enthousiast, de ouders ook behoorlijk, maar trainers en clubbestuurders hadden hun bedenkingen. Zij zagen dat ze meer moesten organiseren. De sport moet het doen met een beperkt aantal vrijwilligers en voor hen kwam er dus nóg een taak bij. Zij worstelden met veiligheidsvraagstukken: schermen kan een gevaarlijke sport zijn, dus de reflex bij clubs is om verplicht te stellen dat er trainer aanwezig is. Dat gaf een organisatorische last.” 

Grote slag

Het gebrek aan enthousiasme in de zogeheten ‘tussenlaag’ leidde ertoe dat de pilot geen vervolg kreeg. Toen KNAS vervolgens de kans zag om mee te doen aan verandertraject SOS, was de keus snel gemaakt. Op deze manier kon, met behulp van de veranderexperts van The Brown Paper Companyeen grote slag geslagen worden. 

Net als vele andere bonden leerde KNAS om van tevoren duidelijk te hebben wat je precies wil gaan doen en wat dat betekent voor de eigen organisatie. “Die moest worden aangepast. En we moesten werken aan de infrastructuur van verenigingen. We leerden hoe we op een goede manier het gesprek aan konden gaan met verenigingen. Het gaat vooral om de manier waarop. Tot enkele jaren terug bedachten wij als bond iets en we legden dat vervolgens bij verenigingen neer. Dat was het dan. Nu hebben we geleerd: we hebben een idee, maar wat vinden jullie ervan? Hebben jullie aanvullingen, suggesties, zorgen? Op deze manier maak je het concept samen met de verenigingen. Je gaat echt luisteren. Dat hebben wij geleerd van de adviseurs van The Brown Paper Company.”

Hoop op herstel

De schermbond ziet sinds 2019, na enkele jaren van groei, het aantal leden afnemen. Op dit moment zijn er nog zo’n 2.400 leden over. De recente daling heeft de bond, vooral door corona, nog niet kunnen keren, maar de hoop is dat daar na de zomer verandering in komt. Dan wil KNAS beginnen met de clubcompetitie.

Plantinga: “We kunnen niet wachten tot we mogen starten. Dan gaan we het omdraaien en is de instroom weer hoger dan de uitstroom. We hebben een mooie website en app gebouwd waarmee de competitie wordt ondersteund. Vervolgens moeten we ernaartoe dat ouders meer betrokken raken bij de sportbeleving van hun kind, zodat we met elkaar zorgen dat kinderen op zaterdag op de plek van bestemming komen. Met clubs hebben we contact over hoe zij een vrijwilligersboom op kunnen bouwen. Het moet uiteindelijk normaal worden om bij te dragen aan de competitie. Daar zullen we aan blijven werken.” 

Voor meer informatie
www.knas.nl
Contactpersoon
Teun Plantinga
Directeur
KNAS

Terug naar projecten
Deel deze pagina

Praat mee op social media met de hashtag #sportTransitie

Blijf op de hoogte

Ontvang de nieuwsbrief over de transitie in de sport.

*
*
*